Fases van de bevalling

De uitgerekende datum komt in zicht, wanneer zal de bevalling beginnen? Hoe zal het voelen? Begint de bevalling met weeën of met gebroken vliezen? De bevalling is een spannend moment waar je al maanden naar toe leeft, maar hoe gaat een bevalling nu eigenlijk in z’n werk?

De bevalling kan dus op twee manieren spontaan beginnen, in 90% van de gevallen begint de bevalling met weeën en in 10% van de gevallen breken de vliezen eerst.

De bevalling bestaat uit verschillende fases, je begint in de latente fase, hierin heb je vaak onregelmatige, goed te verdragen weeën, ook wel voorweeën genoemd. Als de weeën toenemen in frequentie en kracht dan kom je in de actieve fase, in deze fase heb je regelmatige weeën om de 3-4 minuten die steeds pijnlijker worden. Als je de 10 cm ontsluiting hebt bereikt in de actieve fase dan ga je over naar de persfase waarin je kind ook geboren wordt. Als je kind geboren is dan kom je in het nageboorte tijdperk. Dit duurt tot ongeveer 2 uur na de geboorte van het kind. Tijdens deze fase van de bevalling wordt je placenta geboren, wordt je (eventueel) gehecht, krijgt je kind de eerste borstvoeding (indien je dit wenst) en kijken we je kind na.

Als je vliezen als eerst breken, duurt het vaak even voordat de weeën op gang komen. We mogen thuis 24 uur wachten op het opgang komen van de weeën als het vruchtwater helder is en je kind en jijzelf in goede gezondheid verkeren. Krijg je geen weeën? Dan neemt het ziekenhuis de zorg over. Er moet dan gecontroleerd worden of je geen infectie oploopt, omdat de baby nu niet meer beschermd wordt door de vliezen, na 24 uur neemt die kans toe. Het ziekenhuis kan besluiten om de weeën kunstmatig op te wekken, je zult hier dan uitgebreid informatie over krijgen.

Bevalling - Pasgeboren-baby
De latente fase

Als de weeën beginnen kan dat direct al regelmatig en pijnlijk zijn, maar meestal duren de weeën nog kort, komen ze onregelmatig en zijn ze nog niet zo pijnlijk. Dit worden voorweeën genoemd en de bevalling bevindt zich in de latente fase. Meestal zijn de voorweeën tussen de 6-10 minuten en duren ongeveer 30 seconden. Hoelang deze fase duurt is voor iedereen verschillend, het kan variëren tussen één uur en 24 uur. Sommige vrouwen hebben in de week voorafgaand aan hun bevalling ook al voorweeën, maar die zetten vaak niet door in de echte ontsluitingsweeën. Je kunt tijdens de latente fase ook je slijmprop verliezen, dit is een taaie gelei-achtige prop, soms kan daar ook wat bloedverlies bij zitten. Sommige vrouwen verliezen de slijmprop wel en andere niet, dit zegt niets over wanneer de bevalling gaat beginnen. Vaak kun je tijdens de latente fase ook nog gewoon doorgaan met wat je aan het doen was en hoef je je nog niet op de pijn te concentreren. De voorweeën zijn er niet voor niks, vaak zorgen ze ervoor dat de baarmoedermond soepeler en dunner wordt. Soms is het in de latente fase lastig om vast te stellen of de bevalling echt al begonnen is of niet. Vaak wordt dat in de uren daarna duidelijk of de latente fase ook over gaat in de actieve fase en de geboorte zich aan gaat kondigen.

Actieve fase

De actieve fase of ook wel de ontsluitingsfase genoemd, is de fase waarin je van 0 naar 10 centimeter ontsluiting gaat. Hierin heb je vaak regelmatige weeën elke 2-4 minuten die 1 -1,5 minuten duren. Een wee is een golf beweging, je voelt hem opkomen onder in je buik, net voordat de golf omslaat is de pijn op zijn hevigst, daarna trekt de golf weer terug en neemt de pijn weer af. Je voelt de pijn van de wee als een krampend gevoel in je bekken gebied. Tussen de weeën door heb je geen pijn en kun je even uitrusten. De ontsluitingsweeën zorgen er dus voor dat je baarmoeder open gaat, hoe snel dit proces gaat is ook weer per vrouw verschillend. Sommige vrouwen vinden de pijn van de weeën goed te verdragen, terwijl andere het niet uit te houden vinden. De pijn van de weeën kan in je buik, rug of benen zitten. Zoals je onder het kopje ‘voorbereiding’ al hebt kunnen lezen kunnen verschillende houdingen en ontspanningsoefeningen helpen om de ontsluitingsduur te verkorten en de pijn te verminderen. Gemiddeld bij een eerste bevalling gaat de ontsluiting 1 cm per uur. Bij een tweede of volgende bevalling kan dit sneller verlopen.

Als je denkt dat je je in de actieve fase van de bevalling bevindt dan bel je ons op en komen we bij je thuis langs om jou en je kind te controleren. We controleren je bloeddruk, voelen aan je buik, luisteren naar het hartje van je kind en voelen door een inwendig onderzoek naar de ontsluiting. De frequentie van de weeën, de sterkte van de weeën en de hoeveelheid ontsluiting geven een goede indicatie van waar in het proces je je bevindt. Tijdens deze controle bespreken we wat jouw behoeftes zijn voor de begeleiding van je bevalling, het kan erg fijn zijn om continue begeleiding te hebben tijdens de bevalling. Vrouwen die continue begeleiding hebben ontvangen van de verloskundige of kraamzorg kijken positiever terug op de bevalling. Ook kan het zijn dat je hier geen behoefte aan hebt en dat je het prettig vindt om alleen te zijn tijdens je bevalling. Dit is allemaal bespreekbaar, het is jouw bevalling.

Als je in het ziekenhuis wil bevallen en je hebt ongeveer 4-5 cm ontsluiting, dan is het tijd om naar het ziekenhuis te gaan. Meestal komen wij gelijk met jullie mee en begeleiden we je verder in het ziekenhuis. Als je thuis wil bevallen is dit vaak het moment dat wij onze spullen klaar gaan zetten en de kraamzorg bellen.

Tijdens de ontsluitingsfase doen we regelmatig controles, we luisteren naar het hartje van je kind en voeren in overleg met jou elke 2-3 uur een inwendig onderzoek uit om de vooruitgang in de ontsluiting te meten. Als je vliezen nog niet vanzelf zijn gebroken kunnen we tijdens de ontsluiting, in overleg met jou, de vliezen kunstmatig breken, dit doet geen pijn, je voelt alleen wat warm water langs je billen lopen. Hierin heb je zelf de keuze, als we niks doen, dan wordt de baby ook geboren.

Als je 10 centimeter ontsluiting hebt is de weg voor je kind helemaal open, je kind kan nu naar beneden zakken waardoor er meer druk op het laatste stuk van je darm komt te staan, hierdoor ontstaat de persdrang. Je lichaam gaat steeds sterkere weeën maken waardoor je kind steeds dieper komt, hoe dieper het hoofd van je kind zit hoe makkelijker het persen gaat. Er komt een moment dat je het gevoel van persen niet meer tegen kan houden, dit is het vaak het moment dat je ontsluitingsfase over gaat in de persfase.

Geboorte

Tijdens de persfase wordt je kind geboren. Je baarmoeder doet 70% van het werk zelf, dit noemen we uitdrijvende kracht, door zelf nog mee te persen komt je kind steeds dieper in je baringskanaal. Je kind moet een weg van een aantal centimeter afleggen voordat het hoofd geboren wordt. Bij iedere perswee komt je kind een stukje dieper, maar zakt ook weer een stukje terug. Bij een eerste bevalling is het normaal om 1-2 uur te persen, bij een tweede of volgende bevalling kan dit variëren tussen 5 minuten en een uur. Een verticale houding tijdens het persen kan de persfase verkorten, bijvoorbeeld op de baarkruk, op je hurken of handen en knieën. Soms is het in het begin van de persfase nog lastig om goed te voelen waar je heen moet persen, eigenlijk is het hetzelfde als poepen, de druk moet naar je anus of je vagina.

Als het hoofdje voor een groot deel zichtbaar is, dan voel je dat er steeds meer rek/spanning op je vagina komt te staan, het is belangrijk dat het hoofd van je kind rustig geboren wordt, zo hebben de weefsels van jouw vagina de tijd om op te rekken en heeft je kind tijd om zich aan te passen aan het leven buiten jouw baarmoeder. Er komt tijdens het persen een moment dat wij zeggen dat je even niet mag persen en moet zuchten, dit moment is erg vervelend, want je voelt een branderig gevoel bij je vagina en bent geneigd om door te persen. Als je goed luistert naar onze aanwijzing, verklein je de kans op uitscheuren. Er zijn vrouwen die kiezen voor een bevalling d.m.v. de ‘Hypnobirthing methode’, wij kennen deze vorm van begeleiding en zullen dan bijvoorbeeld de bekende ‘standaard’ pers en zuchtinstructies aanpassen naar jouw wensen, binnen de kaders van het medisch verantwoorde.

Uitscheuren kun je nooit helemaal voorkomen, het is normaal dat je bij de eerste bevalling uitscheurt, dit herstellen we weer na de bevalling en geneest bijna altijd weer goed.

Als het hoofd van je kind geboren is, dan volgend de schouders en de rest van het lijf vaak vanzelf, soms moet je hier nog één keer voor persen. Daarna ligt je baby op je borst en heb je de grootste klus geklaard.

Nageboorte

Als je kind lekker op je borst ligt en jij bent aan het bijkomen, moeten er nog een aantal dingen gebeuren. De placenta moet nog geboren worden, dit is het huis van je kind en wordt vaak binnen een half uur na de geboorte van je kind ook geboren. Tijdens je zwangerschap heb je 1 liter extra bloed aangemaakt wat je ook weer kunt verliezen tijdens de bevalling, zonder dat je je daar slechter door voelt, als je meer dan 1 liter verliest dan is er sprake van te veel bloedverlies. We voelen ook aan je baarmoeder of deze goed hard is nadat je kind is geboren, zo weten we dat de placenta los laat in je baarmoeder. Je partner kan de navelstreng doorknippen als de hartslag van je kind niet meer voelbaar is. Door lichtjes aan de navelstreng te trekken en jou een beetje mee te laten persen wordt de placenta geboren. We kijken de placenta altijd na om zeker te zijn dat er geen stukjes achter zijn gebleven in de baarmoeder.

Als de placenta eruit is en je bloedverlies is stabiel, dan controleren we altijd je vagina op scheuren (rupturen), als er gehecht moet worden dan verdoven we je, omdat het hechten pijnlijk kan zijn. De meeste vrouwen hebben een 1e of 2e graads-ruptuur. Dit houdt in dat alleen de huid of net de onderliggende spierlaag zijn gescheurd. Vaak heb je hier weinig last van en geneest dit weer helemaal netjes. Soms komt het voor dat er een 3e of 4e graads-ruptuur ((sub-)totaalruptuur) is, hierbij is ook (een deel van) de kringspier geraakt zijn. Als we dit verdenken, halen we de gynaecoloog er bij en moet je soms op de operatiekamer gehecht worden. Dit komt gelukkig erg weinig voor.

Na het hechten heb je lekker de tijd om bij te komen, huid op huid contact met je baby is heel belangrijk, vooral het eerste uur (golden hour). We helpen je met je kind aan de borst leggen, halen wat te eten en te drinken voor je, geven jullie even de tijd om samen te zijn en ongeveer een uur na de bevalling gaat jullie kind op de weegschaal en kijken we het helemaal na. De lengte van het kind meten we niet na de bevalling, kinderen die pas geboren zijn strekken zich vaak nog niet helemaal uit, als wij dit forceren kan daar schade door ontstaan. Je kind krijgt, als jullie dat goed vinden, vitamine K toegediend. Dit ondersteund de bloedstolling en maken kinderen nog niet zelf aan. Wij geven een dosis voor de eerste week en blijf je borstvoeding geven dan ga je vanaf de 8e dag dit zelf bij-druppelen.

Als je je goed voelt en je hebt wat gegeten, dan mag je na je bevalling douchen, het is belangrijk dat je ook probeert te plassen na de bevalling, het kan zijn dat door de zwelling in je vagina, je urinebuis wat dichtgedrukt wordt waardoor plassen niet makkelijk gaat. Als het niet lukt om zelfstandig te plassen dan halen we je blaas leeg met een katheter, dit doen we om te voorkomen dat je blaas overrekt door de hoeveelheid urine die er in zit.

Als je thuis bent bevallen, zorgen wij dat alles weer netjes opgeruimd wordt en je bed is verschoond waardoor je in een lekker schoon bed kan gaan liggen en verder kunt bijkomen. De kraamzorg blijft nog een aantal uren na de bevalling bij jullie kom jullie te ondersteunen en te leren hoe je je kind kan verzorgen.

Ben je in het ziekenhuis bevallen en gaat alles goed, dan mag je ongeveer 2-3 uur na je bevalling weer naar huis. Als je naar huis gaat bel je de kraamzorg, zodat die jullie thuis op kunnen vangen om jullie verder te verzorgen.

Marker-de-vaart-verloskundigen