6 weken na de bevalling

In de eerste 6 weken na je bevalling zijn wij nog verantwoordelijk voor jou bij klachten die gerelateerd zijn aan de zwangerschap of bevalling. Je kunt altijd telefonisch contact met ons opnemen, dan kunnen we een afspraak op de praktijk of bij je thuis maken. Na 6 weken kom je op nacontrole om de zwangerschap en bevalling na te bespreken en te kijken hoe je bent hersteld.

Anticonceptie

Om te voorkomen dat je vrij snel na de bevalling weer zwanger wordt is het verstandig om na te denken over anticonceptie. Het advies is om niet binnen een jaar na de bevalling weer opnieuw zwanger te worden om je lichaam wel de rust te geven om te herstellen.

Er zijn verschillende mogelijkheden voor anticonceptie. Je moet nadenken of je anticonceptie met of zonder hormonen wil en of je het dagelijks wil gebruiken of niet. Het hangt ook van je verdere kinderwens af welke anticonceptie het beste bij je past.

  • De dagelijkse anticonceptiepil
  • De wekelijkse anticonceptiepleister
  • De maandelijkse anticonceptiering
  • De 3-maandelijkse prikpil
  • Het 3-jaarlijkse anticonceptiestaafje
  • Het 5- of 10-jaarlijkse spiraaltje
  • Condoom of pessarium

Als je borstvoeding geeft kun je niet alle soorten anticonceptie gebruiken, sommige anticonceptie kunnen de borstvoeding terug laten lopen.

Anticonceptiemethoden die niet geschikt zijn tijdens het geven van borstvoeding:

  • Combinatiepil
  • Anticonceptiepleister
  • Anticonceptiering

Anticonceptiemethoden die wél geschikt zijn tijdens het geven van borstvoeding:

  • Oestrogeenvrije pil
  • Prikpil
  • Anticonceptiestaafje
  • Spiraaltje

Je start liever niet eerder dan 6 weken na je bevalling met hormonale-anticonceptie. Je kunt ook wachten tot je eerste menstruatie weer op gang komt, dit kan zolang je borstvoeding geeft uitblijven.

Tijdens het laatste huisbezoek en tijdens de nacontrole kunnen we je adviseren wat het beste bij je past. Je kunt ook kijken op www.anticonceptie.nl, hier vind je betrouwbare informatie en kun je een test doen om te zien welke anticonceptie het beste bij jou past.

Nacontrole

De eerste weken na de bevalling kunnen druk en vol emotie zijn. Het wennen aan het leven als kersverse ouders valt niet altijd mee. Alles draait ineens om jullie kindje en je moet hier een weg in vinden. Tegen de tijd dat je een afspraak hebt voor de nacontrole bij je verloskundige, begin je naar waarschijnlijkheid net een beetje te wennen aan het feit dat je een kersverse moeder bent. Je lichaam is herstellende en je voelt je weer behoorlijk wat fitter dan in je kraamweek.

Ongeveer 6 weken na de bevalling kom je bij ons op nacontrole. Deze controle is speciaal voor jou. We bespreken hoe het met je gaat, hoe je het moederschap ervaart, of je voldoende steun hebt uit je omgeving. Ook bespreken we je herstel na de bevalling. We doen controles als je bloeddruk meten, je hechtingen bekijken, voelen of je verzakking hebt en of je buikspieren weer hersteld zijn. We geven je voorlichting over anticonceptie en tips om bij een eventuele volgende zwangerschap gezond zwanger te worden.

We evalueren ook de zorg tijdens de zwangerschap, de bevalling en de kraamtijd. Als je vragen en/of opmerkingen hebt over onze zorg, horen wij dit graag, hier kunnen wij van leren om de volgende keer de zorg te verbeteren. De nacontrole is niet verplicht, maar vaak is het wel fijn om deze bijzondere periode nog af te sluiten.

Sporten na de bevalling

De zwangerschap en bevalling zijn een flinke aanslag op je lichaam. Het is daarom ook belangrijk om de eerste weken na de bevalling rustig aan te doen en veel rust te pakken waardoor je lichaam kan herstellen. Tijdens de eerste 6 weken wordt sporten nog niet aangeraden. Wel kun je verschillende ademhalings- en bekkenbodemoefeningen doen om je buik- en bekkenbodemspieren weer te trainen. Het op een juiste manier trainen van je core en bekkenbodemspieren is van belang om urineverlies tegen te gaan, zowel direct na je bevalling als op latere leeftijd.

Je kunt na de eerste week wel gaan wandelen met je kleintje, begin rustig met een blokje om het huis en bouw dit steeds verder uit. Het is belangrijk om altijd naar je lichaam te luisteren, als je een zwaar gevoel in je vagina krijgt of pijn in je buik na je wandeling, dan weet je dat je te ver bent gegaan en moet je het rustiger aan doen.

De Nederlandse vereniging voor bekkenfysiotherapie geeft de volgende adviezen voor het opbouwen van bekkenbodem en buikspieroefeningen:

Vanaf dag 4 na de bevalling mag je beginnen met oefeningen voor de bekkenbodem en de dwarse buikspieren. Alle oefeningen zijn gericht op het weer leren voelen van de spieren die tijdens de bevalling op rek hebben gestaan.

  • Ruglig, met de knieën gebogen. Span rustig de bekkenbodem aan zonder dat de been, bil en buikspieren meedoen; 3 tellen vast en weer 3 tellen los (een lichte aanspanning van ongeveer 40%, alsof je een heuveltje maakt), 8-12 herhalingen
  • Ruglig, met de knieën gebogen, of zijlig. Span rustig de dwarse buikspieren aan door de onderbuik licht in te trekken zonder dat de bekkenbodem, been en bilspieren meedoen; 3 tellen vast en weer 3 tellen los, 10 herhalingen
  • Ruglig, met de knieën gebogen. Maak de onderrug los door deze rustig ritmisch in het bed te drukken (rug bol) en weer los, let op dat je de bekkenbodem goed ontspannen houdt; 10 herhalingen

Als deze oefeningen goed gaan dan kun je uitbreiden met:

  • Alle oefeningen uitbreiden naar 3x 8-12 herhalingen
  • Ruglig, met de knieën gebogen. Span de dwarse buikspier aan (zonder dat de bekkenbodem meedoet) en maak een bruggetje door de billen iets op te tillen van het bed; 3 tellen vast, 6 tellen los; 10 herhalingen

Je kunt de bekkenbodem en buikspieren nu weer een beetje voelen, maar nog niet krachtig aanspannen. Tot 3 weken na de bevalling mag je deze spieren nog niet maximaal belasten.

  • In zit en in stand. Span de bekkenbodemspieren rustig aan (ongeveer 40-60% van maximaal); 3 tellen vast en weer 3 tellen los; 8-12 herhalingen 3x per dag
  • In zit en in stand. Span de dwarse buikspieren rustig aan, terwijl je doorademt; 3 tellen vast en weer 3 tellen los; 10-12 herhalingen 3x per dag

Na 3 weken kun je de oefeningen uit gaan breiden. (NB: is er sprake van een (sub)totaalruptuur of een keizersnede dan blijf je bovenstaande oefeningen doen tot 6 weken na de bevalling)

  • In lig, zit en stand. Span de bekkenbodemspieren maximaal aan ; 1 tot 3 tellen vast en weer 3 tellen los; 8-12 herhalingen 3x per dag (snelkracht)
  • In lig, zit en stand. Span de bekkenbodemspieren rustig aan( 40-60% van maximaal);6-8 tellen vast en 10 tellen los; 8-12 herhalingen 3x per dag.(duurkracht)
  • In stand. Span de dwarse buikspieren rustig aan, terwijl je doorademt en verplaats je gewicht naar 1 been zonder dit op te tillen, en weer terug; 10-12 herhalingen. Gaat dit goed dan mag je je been optillen.
  • Ga op je rechter zij liggen en trek je knieën iets op. Plaats je linker hand voor je buik, en duw rustig je hand in de grond, 3 tellen vast en weer 3 tellen los; 10 herhalingen. 3x op iedere zij.
  • Snelkracht van de bekkenbodemspieren uitbreiden naar 3 series van 8-12 snelle aanspanningen met steeds 1-2 minuut rust tussen de series
  • Duurkracht van de bekkenbodemspieren uitbreiden naar 3 series van 10 aanspanningen 10 tellen vast en 10 tellen los met steeds 1 minuut rust tussen de series.
  • Coördinatie van de dwarse buikspieren uitbreiden (=core-stability) met aanspannen, en gewicht verplaatsen naar 1 been terwijl je op een instabiel vlak staat op zit (bijvoorbeeld op een bal of trampoline of op je tenen staan)
  • Zijlig, steunend op de elleboog, knieën gebogen, romp en heupen recht. Span de dwarse buikspieren en de bekkenbodem aan en til de heupen een klein stukje op van de ondergrond,3 tellen vast en 10 tellen los; 6x op linker zij en 6x op rechter zij (schuine buikspieren)
  • Duurkracht van de bekkenbodemspieren; 3 series van 10 aanspanningen 10 tellen vast en 10 tellen los met steeds 1 minuut rust tussen de series.
  • Snelkracht van de bekkenbodemspieren; 3 series van 12 snelle aanspanningen met steeds 1-2 minuut rust tussen de series.
  • Coördinatie van de bekkenbodemspieren; hanebalkoefening: span de bekkenbodem rustig aan op 60%, na 3 tellen trek je door naar maximaal en weer terug naar 60%.Maak deze piek eerst 1 keer en bouw op naar 3x zoals op het plaatje staat. Neem daarna 10 tellen rust; 6 herhalingen.
  • Voorbeelden van core-stability: span de dwarse buikspieren aan, houd je rug recht, adem rustig door en sta op 1 been tijdens tandenpoetsen, til je kindje op en ga op je tenen staan, maak in ruglig een bruggetje en til 1 been op.

Bovenstaande oefeningen kunnen 3x per week onderhouden worden.